buitengewoon onderwijs – wat?

DOEL EN STRUCTUUR VAN BUITENGEWOON ONDERWIJS:

Het doel van het Buitengewoon onderwijs is hetzelfde als dat van alle onderwijs: jong mensen helpen hun eigen weg te vinden in het leven en in de samenleving van vandaag en morgen.

Maar het Buitengewoon Onderwijs kan nog hulp bieden daar waar het gewoon onderwijs tekort schiet om sommige leerlingen te begeleiden bij de ontwikkeling van hun persoonlijkheid en hun integratie in de maatschappij.

Het Buitengewoon Onderwijs is immers onderwijs “op maat” van de leerling. Het beschikt o.a. over een betere omkadering van onderwijzend personeel, over meer, speciaal opgeleid personeel, over logopedisten, kinesitherapeuten, over permanente begeleiding vanuit een CLB (Centrum voor leerlingbegeleiding).

Om elk kind of elke jongere te bieden waar hij recht op heeft werd een hele structuur uitgewerkt.

Er bestaat Buitengewoon Onderwijs voor kinderen van 3 tot jongvolwassenen van 21 jaar.  Net  zoals in het gewoon onderwijs werd opgesplitst in :

  • Buitengewoon Kleuteronderwijs (BKO),
  • Buitengewoon Basisonderwijs (BuBaO),
  • Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO).

Eveneens is er een opsplitsing naar het soort onderwijs dat gegeven wordt in types, er zijn 8 types:

  • Type Basisaanbod: voor lln. met specifieke onderwijsbehoeften,
  • Type 2:  voor lln. met een verstandelijke beperking,
  • Type 3:  voor lln. met een emotionele of gedragsstoornis,
  • Type 4:  voor lln. met een lichamelijke beperking,
  • Type 5:  voor zieke kinderen,
  • Type 6:  voor lln. met een visuele beperking (slechtziende en blinde lln.)
  • Type 7:  voor lln. met een auditieve beperking (slechthorende en dove lln.) 
  • Type 9:  voor lln. met autismespectrumstoornissen (A.S.S.). 

Verder is er in het Buitengewoon Secundair Onderwijs een opsplitsing in 4 opleidingsvormen:

  • Opleidingsvorm 1:  leidt op tot het samenleven in een beschermd milieu,
  • Opleidingsvorm 2:  leidt op tot samenleven in een beschermd leef – en arbeidsmilieu,
  • Opleidingsvorm 3:  biedt leerlingen een sociale vorming en beroepsopleiding als voorbereiding op het functioneren in een gewoon leef – en arbeidsmilieu
  • Opleidingsvorm 4:  volgt op een aangepaste manier het gewone leerprogramma van het secundair onderwijs.